‘Als ik schilder weet ik zeker dat het er komt’
REMEDIE – Twentse makers over kunst en cultuur in crisistijd – een jaar later.
Boukje Schoof uit Almelo, regisseur, theatermaker, voormalig artistiek leider van jongerentheatergroep De StadsTheaterPloeg in Almelo, theaterdocent.
“Andere mensen zijn door corona misschien juist heel creatief geworden, maar zo werkte het bij mij niet. Ik raakte eerder in een impasse. Ik heb nu gemerkt dat ik het vooruitzicht van spelen nodig heb. Als ik iets maak moet het ook een plek krijgen. Het liefst voor een volle zaal want dat blijft het mooiste wat er is. Iets overbrengen.
Misschien gold hetzelfde voor de jongeren van de StadsTheaterPloeg. Die heeft het niet gered. Het was een hechte club maar dat valt dan toch uit elkaar doordat er geen concreet doel is. Zo’n lockdown duurt en duurt en die jonge gasten gaan op een gegeven moment hun eigen gang. Sneu ja, want het enthousiasme was er. Tegelijkertijd zijn er wel oudere leden doorgestroomd naar vervolgopleidingen in het vak. Drie zijn de opleiding artiest aan het ROC gaan doen, drie anderen de theaterschool op hbo-niveau. De spin off is in twee jaar tijd goed geweest. Dat ligt niet alleen aan mij natuurlijk; die jongeren hebben gewoon talent.
Met of zonder steun, er was geen houden aan. Al blijft het natuurlijk wrang dat de gemeente Almelo de compensatie van het Rijk voor de culturele sector niet direct heeft doorgesluisd. Je zou het ook diefstal kunnen noemen, waar de nood onder de makers juist nu zo hoog is.
De StadsTheaterPloeg was sowieso volledig low budget. Het geld dat nog over is gaat naar het Wolkentheater, dat voorstellingen maakt voor kinderen in asielzoekerscentra. Op 20 augustus komen ze in het AZC hier in Almelo. We zijn uitgenodigd dus dat wordt een mooie afsluiting.
Het waren echt Spoorloos-taferelen
Wat mij in de afgelopen maanden heel erg bezig heeft gehouden was de zoektocht van onze dochter naar haar biologische familie in Ethiopië. Inmiddels heeft ze die ontmoet; het waren echt Spoorloos-taferelen. Ze blijkt de jongste te zijn van zeven kinderen. Best emotioneel allemaal. Dat slokt de ruimte een beetje op. Er een voorstelling over maken? Nee, dat is aan haar. En dan wordt het misschien nog eerder een boek. Maar het moet vooral eerst bezinken.
Ik ben wel weer gaan tekenen en schilderen. Dat deed ik voor corona ook al. Puur voor de lol, en het mooie is: je weet zeker dat het er komt. Bovendien ging m’n werk als theaterdocent op De Zeven Linden in Dedemsvaart gewoon door, waardoor ik qua inkomen zeker niet onder corona heb geleden.
Voor jongeren was het een zware tijd
Ik blijf erbij dat theater online eigenlijk niet bestaat. Maar op een gegeven moment moet je iets en dan boor je je creativiteit aan. Om voor de dramalessen spanningsopbouw en bijbehorende expressiemomenten te demonstreren vroeg ik mijn partner Peter om hulp. Zodat de leerlingen zagen hoe er achter mij een deurklink naar beneden ging en er een hand om mijn nek werd gelegd. Ik heb de lessen wel steeds live gegeven, dus niet vantevoren opgenomen. Je ziet jezelf ook steeds hè. Ik zei tegen de roostermaker: zet mij maar niet op het eerste uur.
Voor de leerlingen was het veel erger. Ze waren er gelaten onder, maar sowieso is die coronatijd voor jongeren heel zwaar geweest. Zij groeien door sociale contacten. Ik merkte ook het verschil bij de lessen culturele en kunstzinnige vorming. Normaal ga je naar een voorstelling in het theater. Nu hebben we ze online de voorstelling Wraak laten zien van toneelgroep De Klassieken. Als je dan die verslagen leest zijn het net filmrecensies. Zo’n online voorstelling blijft een registratie; je wordt er niet echt ingezogen.
Al was het voor vijf man, spelen zouden ze
Met een tweede klas heb ik net een theaterclip gemaakt van een korte voorstelling over de strijd van de lhbti-gemeenschap. Kleurbekennen heet het. Dat hebben die dertien- en veertienjarigen in no time in elkaar gezet. Het is eigenlijk bewegingstheater geworden. Indringend. We hebben het twee keer live gespeeld in Dedemsvaart. Al was het voor vijf man geweest, spelen zouden ze.
Ik heb wel weer zin hoor, om zelf dingen te doen. Niet meer organiseren, maar regisseren, iets maken. Ik speel al langer met het idee iets te doen met het verhaal van mijn vader, die met mijn opa en oma vanuit Heerlen naar Twente kwam toen het slechter ging in de mijnen, waar opa werkte. Mijn vader heeft opgeschreven hoe hij dat allemaal heeft beleefd. Maar ik kan ook spelen. Dus als iemand me vraagt, dan zeg ik: ‘Ik kom d’r an.’
Hoe stond Boukje Schoof er een jaar geleden voor? Lees hier het interview terug.
Waardeer dit artikel!
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten blijken met een kleine of wat grotere bijdrage. Als veel lezers dit doen, kan ik dit soort artikelen blijven schrijven. Dankjewel!