blog

Jozef

 

De kunst was om zoveel mogelijk antwoorden te bedenken op de vraag waarnaar de schaapsherder op weg was. Het landschap met schaapskudde vormde op landerige zondagmiddagen bij mijn grootouders een remedie tegen verveling. Net als de bloemstillevens die rondom de toog van café Schepers in Lochuizen hingen, in zulke aantallen dat het zelfs mij als tienjarige opviel. Kreeg ik geen kwartje voor de jukebox dan vermaakte ik me met het kijken naar die schilderijen, terwijl Johan Schepers en mijn vader na het afleveren van de bestelling de laatste nieuwtjes uitwisselden. Dat schilder John te Reehorst met deze bloemen zijn drankrekening betaalde hoorde ik pas jaren later.

Veel ontregelender was het qua beeldende kunst voor mij amper geworden, toen ik als piepjonge leerling-journalist van het Hengelo’s Dagblad over de drempel stapte van het kleine huis aan de Paul Krügerstraat. Op pad gestuurd om verslag te doen van een mijlpaal in het kunstenaarsleven van Jozef de Bot. Hing toen ook al het koperen plaatje met zijn naam naast de voordeur? Wat ik wel weet is dat in de hal de steen lag die er nog altijd de doorgang belemmert. Het blok waarin Jozef zijn naam had gebeiteld. Je hoefde niet per se over hem te struikelen, maar om hem heen kon je in geen geval.
Telefoonboek
In die smalle gang leerde ik hoe kunst je op een ander been kan zetten. Zoals ik nog steeds mijn laatst bewaarde telefoonboek niet kan opslaan zonder aan Jozef te denken. Alle namen behalve de jouwe doorstrepen, zodat je behalve Het Onbruikbare Telefoonboek ook een bewijs van je bestaan overhoudt – voor mij blijft het een geniale vondst, die bovendien aantoont dat kunst ook een kwestie van noeste arbeid is.


Pensioen

Deze week mocht ik hem in de Hengelose bibliotheek interviewen ter gelegenheid van de presentatie van zijn 25e en allerlaatste jaarverslag. Jozef is met pensioen – maar had die ochtend nog in Twickel  viltstifttekeningen zitten maken. Nee, erkende hij,  hem zul je niet snel horen in het gekrakeel rond de noodzaak van een gemeentelijke expositieruimte. Niet zijn stijl en vooral niet zijn sterkste kant, gaf hij grif toe. “Bovendien is het woord nu aan de jongere generatie.”

Later vertelde hij – naar aanleiding van het zelfportret ‘Jozef in het maisveld’- dat het hem soms angst inboezemt, de snel veranderende wereld en “dat wat er vóór ons ligt.” De enige manier om het tegemoet te treden is gewapend met een viltstift.

 

JozefdeB20314

 

 

Geef een reactie