Nederigheid
De vorige keer kwam ik er met jeukende handen vandaan, nu ook met knagend gemoed. Journalisten die hun verhalen op andere manieren willen vertellen dan van A naar B via de vijf W’s, lieten zich tijdens de derde conferentie Verhalende Journalistiek inspireren door collega’s uit binnen- en buitenland.
Een dag barstensvol tips, trucs, inzichten, voorspellingen, ideeën, aansporingen en inkijkjes. Ik hoorde Margalith Kleijwegt vertellen wat ze tegenkwam bij het maken van haar boek Onzichtbare ouders over een zwarte vmbo-klas in Amsterdam-West en het vervolg: Familie is alles. Dichtklappende deuren, ethische dilemma’s (‘Moet ik hulp bieden of niet’), bedreigingen. Hoe opener ze sprak over haar eigen twijfels en angsten, hoe meer ik me bewust werd van mijn eigen verwende bestaan. Ik heb me nog nooit de criminelen van het lijf hoeven houden.
Ellende
Of temidden van illegale immigranten en bendes die het op hen hebben gemunt dagen moeten balanceren tussen angst en nieuwsgierigheid, bovenop een goederentrein die van Mexico naar de VS raast. Sonia Nazaro (Los Angeles Times) won met haar reportages over een Hondurese jongen die op zoek gaat naar zijn moeder in de VS (Enrique’s Journey) de Pulitzer Prize. Geef emoties ruim baan maar laat de ellende nooit de overhand krijgen, hield ze ons gloedvol voor, en illustreerde dat advies met beelden van mensen langs het spoor die het kleine beetje dat ze zelf hebben nog delen met de immigranten op de trein.
Persvrijheid
Bij de borrel na afloop trof ik Fréderike Geerdink, ooit als jonge verslaggever begonnen bij het toenmalige Hengelo’s Dagblad. Haar gedrevenheid bracht haar naar Turkije, waar ze vanuit haar standplaats in Koerdisch gebied onder meer bericht over de Koerdische kwestie. In haar recent verschenen boek De jongens zijn dood gaat ze terug naar de kiem van het conflict tussen Koerden en Turken. Nu had ze zich met moeite losgerukt van de verslaggeving over de mijnramp in Soma. Op zoek naar minder beladen voeding. Ja, ook in Turkije heeft ze wel contact met collega’s. “Maar dan”, verklaarde ze zonder een spoor van terechtwijzing, “gaat het altijd alleen maar over persvrijheid.”
Ik zag mezelf tegenover haar staan, met een glas bier in de ene en een gehaktballetje in de andere hand. Wat ik doorslikte smaakte naar nederigheid.