Nina Hagen, vredesengel in Berlijn
Nina Hagen wil het jaar zonder stress beginnen, zegt ze, en dus heeft ze zichzelf de publieke Einmarsch bespaard. Zoals ze op het podium zit wanneer het doek is opgehaald, heeft ze nog het meest weg van een levende pop. In zwart, roze, rood en paars, met strepen, ruiten, ruches. En een lange zwarte pruik waarop een diadeem van veertjes rust. Maar haar opwinding is echt.
Ook al zat ze er vorig jaar ook, ze bekent met kinderlijk enthousiasme dat ze het als een voorrecht beschouwt om in de schijnwerpers van het Berliner Ensemble te mogen verkeren. Het theater aan de Spree waar Bertolt Brecht zelf ooit de scepter zwaaide. Waar de gewezen punk-diva, bijna 60 inmiddels, zelf als Oostberlijns schoolmeisje voor 55 Pfennig op het schellinkje zat en de stukken en liederen van de meester opzoog. “Zijn werk heeft een stempel gedrukt op mijn eigen muziek en levenskunst.”
Idool
Uit de stoel naast mij stijgt een gesmoorde juichkreet op. De keurige dame die een lang gebreid vest, zijden shawl en zilveren sieraden draagt blijkt een fan van het eerste uur. Ze is uit Freiburg in het Zuiden komen rijden om haar idool op deze historische grond te zien. “Ik ben ook een groot liefhebber van Brecht, dus dit is een buitenkans. Die man was een profeet, zijn teksten zijn actueler dan ooit”. Helemaal op deze maandagavond: amper een kilometer verderop stuiten enkele honderden aanhangers van de anti-islambeweging Pegida op een paar duizend tegendemonstranten.
Waarheid
Nina Hagen verwijst niet met zoveel woorden naar die actualiteit, maar noemt haar programma een pleidooi voor de waarheid, urgentie en vredesboodschappen in het oeuvre van Bertolt Brecht. “Hopelijk stemt iedereen hier op Die Linke”, schampert de vrouw naast mij. La Hagen benadrukt liever de universele oproep tot vreedzaam samenleven in Brecht’s repertoire. Ze zingt Bitten der Kinder, waarin kinderen volwassenen oproepen de nacht aan de slaap te laten, geen huizen te laten branden en geen andere mensen te vermoorden. Uit Soldaat Schweyk in de Tweede Wereldoorlog kiest ze Het Lied van een Duitse moeder en Het Lied van de Moldau. “Es wechseln die Zeiten, da hilft kein Gewalt”. Haar donkere ingetogenheid komt vele malen harder aan dan het gekrijs van vroeger.
Voorwaarts
Het interactieve element dat ze ons had beloofd blijft beperkt tot een kneuterige achtergrondprojectie met portretten van Brecht. Bewegende beelden zijn er alleen van het moment waarop Brecht zich in Amerika moest verantwoorden voor zijn vermeende communistische sympathieën. De aanklager leest de tekst voor van het Solidaritätslied (“Vorwärts und nicht vergessen”) en vraagt of die woorden van Brecht zijn. “Nee”, klinkt het droog. “Ik heb een Duits gedicht geschreven en dat luidde heel anders.”
Spelen
Natuurlijk zingt Nina Hagen ook dat lied – “Nur die Liebe zählt, und die Solidarität”- nadat ze Brecht heeft bedankt voor diens volharding én terugkeer uit ballingschap. Ze klinkt aanzienlijk serieuzer dan wanneer ze de strijdliederen afwisselt met een gospel van eigen of andermans hand, zoals een Duitse versie van Loretta Lynn’s Everybody Wants To Go To Heaven. Haar religieuze toewijding is sowieso met een flinke korrel zout te nemen, denkt mijn buurvrouw. “Ze mag nu eenmaal graag met de dingen spelen”.
Martin Luther King
Dat levert hier uiteindelijk bijna zoiets op als een bonte avond. Hagen meet Brecht even makkelijk rock and roll, blues en country aan als dat ze naast hem ook dichters Theodor Fontane en Heinrich Heine voor het voetlicht haalt. Samen met haar jeugdvriendin Sanda Weigl brengt ze bovendien een ode aan Leonard Cohen en Tom Waits. En dan ziet ze ook nog kans om aandacht te vragen voor de solidariteitsactie met Afghanistan waarbij ze zich al 30 jaar betrokken voelt, en de uitwassen in de Duitse psychiatrie, die patiënten afhankelijk zou maken van medicijnen. Naarmate de avond vordert raakt ze ook fysiek en verbaal steeds meer op dreef. Ze komt zowaar een paar keer in de benen, zet soms een stemmetje op of permitteert zich een gek geluid. Het doet allemaal niets af aan haar boodschap van vrede, die ze laat uitmonden in een medley van gospels met als finale We shall overcome, waarmee ook Martin Luther King weer even onder ons is.
En Brecht? Opvoeren dat werk, zo vaak als het maar kan en dat steeds opnieuw, luidt het hartstochtelijke slotpleidooi van Nina Hagen. “Onze jeugd heeft het heel dringend nodig.”