Geen categorieinterviews/magazineswerk

Ricciotti ensemble: groter dan jezelf

Het geluid van het Ricciotti ensemble draagt ver. Oud-leden nemen het mee in hun muzikale carrières, menigeen tot op internationale podia. Maar ook met een loopbaan buiten de muziek blijft het Ricciotti een bron van inspiratie. Wetenschapper Anne-Floor Scholvinck, bassist/theatermaker Sanne van Delft en dirigent Bas Wiegers over de Ricciotti-factor in leven en werk. “Je leert dat het niet om jou draait.”    

Nijdig als hij was liet hij de geest van het Ricciotti even haar werk doen in het operagebouw van Nancy. Dirigent Bas Wiegers was dit voorjaar in de Noord-Franse stad om een stream op te nemen van Brittens The Turn of the Screw. “Er zaten een paar studenten in de zaal, voor wie ik een praatje zou houden aan de hand van een paar passages uit de opera. Ik merkte dat de concentratie in het orkest ontbrak. Daar kan ik dan pislink om worden. Dat je je niet volledig inzet omdat het ‘maar’ studenten zijn, en de camera’s niet draaien.”

Ergernis die is te herleiden tot zijn jaren in het Ricciotti, verklaart hij. “Voor de koning spelen is niet belangrijker dan voor de schoonmaakploeg, dat is er echt ingeramd.” Sterker nog, bij het Ricciotti speel je eerder met dan voor het publiek, benadrukken ook Anne-Floor Scholvinck en Sanne van Delft. Scholvinck: “Muziek is het middel om bij het publiek te komen. Het is waarvoor het ensemble bestáát. Ik denk ook dat ze er daarom de beste in zijn.”

De muziek in ere houden en er toch van alles mee uithalen

Omstandigheden doen er niet toe, zeggen de drie alumni. Ook al omdat ze bij het Ricciotti ongeveer standaard extreem zijn. Sanne van Delft: “Je staat in de brandende zon in een weiland met een voet in het water, je instrument zakt weg en het is het vijfde optreden van die dag. Maar de mensen zijn voor jou gekomen dus zul je die muziek spelen en goed ook. Het Ricciotti gaat altijd door.” Een leerschool met blijvend profijt, volgens Van Delft, die als lid van muziektheatergroep Släpstick (voorheen Wëreldbänd) niet anders doet dan grenzen oprekken. “Dat je de muziek in ere kunt houden en er tegelijk van alles mee kunt uithalen heb ik in de basis bij het Ricciotti geleerd.”

Van Delft trad in de zomer van 1991 toe tot het ensemble, dat hem al trok sinds de eerste keer in 1985 dat hij het had zien optreden. “Ook al kende ik vrijwel niemand, vanaf de eerste dag voelde ik: dit is goed, hier hoor ik thuis. Dat had ik tot dan toe nog nooit gehad. Niet op school, niet op sportclubs en ook niet echt op het conservatorium.”  

Totale vrijheid

Hij haalde zelf in 1994 Bas Wiegers bij het ensemble. Daar was, vertelt die, wel enige overredingskracht voor nodig. Wiegers: “Ik zat bij het Nationaal Jeugdorkest, en het NJO en het Ricciotti waren destijds nog gezworen vijanden. Sanne, die me kende van het conservatorium, heeft me net zo lang gebeld tot ik auditie heb gedaan.” Hij was meteen verkocht, zegt hij. “Omdat ik de totale vrijheid vond waarnaar ik zo’n grote dorst had. Losheid in spelen, losheid in wat muziek kan zijn.”

Wat hij in die tijd als violist leerde, zegt Bas Wiegers, “is dat je de muziek ongelooflijk serieus kunt nemen en je tegelijk licht mag voelen over je eigen aandeel daarin. Je hoeft niet al te moeilijk te doen, er is ruimte om na te denken, je mag zelfs onzeker zijn. Zolang je bij een optreden maar heilig overtuigd bent van de noodzaak van dat ene moment.” Het was later ook mede de reden, vertelt Wiegers, dat hij bij het Ricciotti de eerste stappen zette op weg naar zijn internationale carrière als dirigent. “Als ik me ergens in die richting kon ontwikkelen was het daar.”

Dat je het kunt laten swingen was nieuw voor mij

Anne-Floor Scholvinck wist eerst niet wat haar overkwam toen ze als ‘brave’ violist debuteerde bij het Ricciotti. Met een lach: “Dat je het kunt laten swingen was nieuw voor mij.” En dan was er nog de overdaad aan vaak onnavolgbare mores. Sommige van die ongeschreven regels komen nog steeds van pas. Zegt haar man – die ze in het Ricciotti leerde kennen – dat ze moet ‘doortorren’ dan weet ze dat de tijd dringt.

Belangrijker was dat ze zichzelf leerde relativeren. “Zeker als amateur speel je vooral omdat je het leuk vindt, en zitten je familieleden en vrienden in de zaal. Bij het Ricciotti leer je dat het niet om jou draait. Het is groter dan jezelf.” Ze vertelt over een optreden in Screbrenica in Bosnië, waar het orkest na een bezoek aan het monument voor de slachtoffers van de massamoord in het dorp zou spelen. “Wij waren helemaal vol van dat drama en de Nederlandse rol daarin. Maar in het dorp was het feest en zaten ze helemaal niet te wachten op onze traumaverwerking. Ze wilden dat we voor hén speelden, de levenden.”

Mensen met een verhaal

Het sociale bewustzijn dat ze bij het Ricciotti meekreeg blijft een dankbare bron, zegt wetenschappelijk onderzoeker Scholvinck. In haar bubbel, constateert ze, is niet iedereen vanzelfsprekend bekend met de wereld van bijvoorbeeld vluchtelingen, jeugdgevangenen of psychiatrische patiënten. “Ik heb die werelden niet alleen gezien maar ben me er ook van bewust dat het allemaal mensen zijn met een verhaal. Dat neem je mee.” Met het ensemble PEP is ze ze ook blijven opzoeken. Het orkest van tien gewezen Ricciotti’s is in veel opzichten een soort Ricciotti-light, al verplaatsen de PEPpers zich per fiets. “En we zijn een tikkeltje bedaagder”, bekent Anne-Floor Scholvinck.     

Sanne van Delft is zich thuis blijven voelen bij het Ricciotti, zegt hij. Hij speelde soms mee als invaller en van de reünieoptredens heeft hij er geen gemist. “Het gekke is: ook wanneer ik als invaller tussen veertig nieuwe mensen stond maakte dat niet uit. Het voelde meteen vertrouwd. Er zit een soort energie in die groep die gewoon wordt doorgegeven. Al heb je er natuurlijk ook elke tournee wel een paar die dat niet zo voelen. Die zijn dan meteen weer weg.” Zijn geluk was ook dat hij in Willem van Baarsen een zielsverwant vond. Terwijl Van Delft nog de kat uit de boom keek nam de uitgesproken Van Baarsen hem op sleeptouw met zijn gekte. Ze werden vrienden en werken nu alweer zo’n  vijfentwintig jaar samen in Släpstick.

Fascinerend hoe het Riciotti zichzelf steeds opnieuw uitvindt

Met Bas Wiegers vormde Van Delft ‘post Ricciotti’ nog een tijdje een ensemble samen met altviolist Gijs Kramers en cellist Saartje van Camp. Ook in hun aanpak en loopbaan herkent Van Delft de eigenzinnigheid van het Ricciotti. Of het ensemble in die halve eeuw de klassieke muziekpraktijk in Nederland heeft veranderd? Van Delft: “Ik kan het niet staven, maar ik denk wel dat het er hier en daar losser op is geworden. Kijk naar violist Tim Kliphuis, hoe hij de orkesten waarmee hij werkt los krijgt en iedereen een beetje laat soleren. Ik vermoed dat dat in het Ricciotti is begonnen.”

Bas Wiegers vindt het vooral fascinerend om vanuit de zijlijn te volgen hoe het Ricciotti zélf zich steeds opnieuw uitvindt. “De vraag blijft hoe je die uniciteit ook op de lange termijn in stand houdt. Zeker nu anderen er een voorbeeld aan nemen.” Wat helpt, zeggen ook Anne-Floor Scholvinck en Sanne van Delft, is het snelkookpan-effect van de tournees. Bas Wiegers: “Het blijft een groep die de vrijheid heeft om dingen uit te proberen. En dat het dan wat minder rauw is dan vroeger, ach. In mijn tijd zagen de ouwe lullen van toen ons ook als poesjes. Ik heb er alle vertrouwen in dat die discussie nog wel wat langer meegaat dan vijftig jaar.”

Sanne van Delft (Amsterdam, 1972) studeerde contrabas aan het conservatorium van Amsterdam en reist sindsdien de wereld over met uiteenlopende artiesten en gezelschappen, van kamerorkest I Fiamminghi tot Sexteto Canyengue, de tangoband van Carel Kraayenhof.

Hij is vanaf de oprichting in 1997 verbonden aan Släpstick (voorheen Wëreldbänd), het vijfkoppige gezelschap dat met een mix van fysieke komedie, muziek en choreografie een eigen genre binnen het muziektheater ontwikkelde. Met de alom bejubelde show Släpstick bezegelde de groep op het Edinburgh Fringe Festival in 2017 ook haar internationale doorbraak.

Een tournee door Nieuw-Zeeland moest vorig jaar vanwege corona voortijdig worden afgebroken. Vanaf dit najaar staat een nieuwe buitenlandse tournee op het programma, te beginnen in Duitsland. Släpstick werkte samen met onder meer het Scapino Ballet, Brigitte Kaandorp, Ellen ten Damme en het Residentie Orkest.     

Sanne van Delft maakte tussen 1991 en 1996 zeventien tournees mee met het Ricciotti, waar hij ook Willem van Baarsen ontmoette, nog steeds zijn kompaan bij Släpstick. “Leren hoe je op een podium staat, experimenteren met acts, dat is voor mij in het Ricciotti begonnen.”

 

Anne-Floor Scholvinck (Bussum, 1988) promoveerde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op de relatie tussen wetenschap en maatschappij. Als onderzoeker bij het Rathenau Instituut houdt ze zich bezig met Open Science en publiek vertrouwen in de wetenschap. Ze ging tussen 2013 en 2016 acht keer met het Ricciotti op tournee. In haar vrije tijd speelt ze viool in het ensemble PEP, dat voortkwam uit het Ricciotti ensemble.

PEP werd in 2014 opgericht door fluitist Rieneke Brink en klarinettist Marten van der Meulen. Bij hun afscheid van het orkest ontstond het idee voor fietstournees met een kleiner ensemble, om het musiceren op z’n Ricciotti’s niet te hoeven missen. Dat Anne-Floor Scholvinck dus een tijdje in beide ensembles zat heeft ze naar eigen zeggen te danken aan haar relatie met Van der Meulen, inmiddels haar echtgenoot. PEP speelt in de ongewone bezetting van vier strijkers en zes blazers. De hechte vriendengroep lijkt in veel op het Ricciotti, volgens Scholvinck: “Flexibel, lekker spelen, geen opsmuk, thuis in veel stijlen”.

 

Bas Wiegers (Baarn, 1974) studeerde viool aan de conservatoria van Amsterdam en het Duitse Freiburg en later orkestdirectie bij Roland Kieft. Sinds 2018 is Wiegers vaste gastdirigent van Klangforum Wien, internationaal toonaangevend ensemble in moderne muziek.

Wiegers’ trackrecord strekt zich uit van barok tot hedendaagse muziek. In Nederland werkte hij onder meer met het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en – samen met Peter Eötvös – met het Koninklijk Concertgebouworkest. Internationaal maakte hij zijn opwachting bij onder meer het WDR Symfonieorkest, het Nationaal Symfonieorkest van Estland, Britten Sinfonia (VK), Ensemble Modern (internationaal ensemble met Frankfurt als thuisbasis) en op festivals als November Music, Holland Festival, London Almeida Festival, en Acht Brücken in Keulen. Componisten als Louis Andriessen, Georges Aperghis, Georg Friedrich Haas, Pierluigi Billone, Helmut Lachenmann en Rebecca Saunders werken graag met Wiegers samen.

Van 2000 tot 2006 was hij dirigent en artistiek leider van het Ricciotti ensemble, waar hij eerder concertmeester was. “De drang tot wezenlijke communicatie met het publiek is voor mij bij het Ricciotti ontstaan.”

Dit artikel maakt deel uit van het jubileummagazine van het Ricciotti ensemble, dat in juli verscheen ter gelegenheid van het 51-jarig bestaan. Meer lezen over dit even knettergekke als bloedserieuze gezelschap? Over de rebellie tegen de gevestigde orde in de (klassieke) muziek, de rijke muzikale erfenis en de warme band met partners en plekken in binnen- en buitenland? Het hele magazine staat hier online.