Stift Festival
Er heerst een microklimaat op Het Stift, vertelt Daniel Rowland aan het publiek dat net een lunchconcert van het Stift Festival heeft bijgewoond. Alsof hij geen wereldvermaard violist is maar een tweede Gerrit Hiemstra, legt hij uit dat buien en ander meteorologisch ongerief in het nabijgelegen kanaal Almelo-Nordhorn een geduchte barrière vinden. “Daar buigen ze af naar Tubbergen”. De kerk lacht. De disclaimer gaat vergezeld van een brede grijns: “Dat is wat ik me heb laten vertellen”.
Vacuüm
Dat Het Stift tijdens het jaarlijkse kamermuziekfestival transformeert tot een microkosmos is al net zo min te onderbouwen als het verhaal over het klimaat. Maar iedereen die op deze monumentale Twentse postzegel ook maar één concert heeft bijgewoond zal beamen dat het een feit is. Musici, vrijwilligers en publiek creëren er in de tien dagen dat het Stift Festival duurt een vacuüm waarin de buitenwereld precies dát is. Ver weg.
Schubert
Tegelijkertijd laat het leven zich nergens zo voelen als hier. Binnen de muren van het 14e-eeuwse kerkje word je er op één avond mee overladen. Vormen een paar koraalpreludes van Bach de bedrieglijk geruststellende inleiding op de waanzin waarmee George Crumb je om de oren slaat. In Black angels, geschreven als aanklacht tegen de Vietnam-oorlog, laat hij het versterkt spelende strijkkwartet tieren, jammeren, zingen en fluisteren – de musici incluis. Hoezo, Vietnam? De oorlogen van vandaag hangen ineens huiveringwekkend helder boven de kerkbanken.
Piazzolla
Minder extreem maar zeker zo aangrijpend gaat het toe in Der Tod und das Mädchen van Schubert, in een genadeloze uitvoering van het befaamde Brodsky Quartet. Kan de dood je vleugels geven? Het lijkt erop, wanneer Rowland na deze krachtproef in een droog overhemd aantreedt voor de finale. Klaar om met bandoneonist Marcelo Nisinman en hun beider collega’s van Chamber Jam Europe de duivels en engelen uit de tango’s van Astor Piazzolla te bevrijden.
Na afloop staat Daniel Rowland in het halletje onder de toren en groet de bezoekers ten afscheid. Zijn overhemd is opnieuw doorweekt. “Pas op”, waarschuwt een dame die blijkbaar al snel op aarde is teruggekeerd, “straks vat je nog kou.” Rowland kijkt haar aan alsof hij het woord voor het eerst hoort.